Dalai Lama XIV had hier kennelijk al goed over nagedacht vooraleer hij deze beroemde quote de wereld in stuurde. Oké, het is de logica zelve, het omzetten naar de praktijk dan weer net niet… Mensen kiezen de dag van vandaag te snel voor de andere, pessimistische kant. Ook ik ben in het verleden meermaals in die val getrapt. Een ongelukkige combinatie van een slechte nacht, een oneindige to do lijst, drukke kinderen in de klas, en een regenachtig weerbericht waren meer dan eens de oorzaak van een “bakkes tot op de grond”, zoals dat wel eens wordt gezegd. En dan gaat niets meer zoals je wil, wat zorgt voor nog meer negatieve gedachten, enzoverder, enzovoort. Een weekend of een weekje vakantie kon me dan altijd wel helpen om terug in een positieve spiraal te geraken, en me dan voor te nemen me niet meer door negatieve gedachten te laten meeslepen. Om dit na enkele weken dan weer vergeten te zijn. Toch post ik nu deze quote, vol overtuiging om ze in de praktijk om te zetten. Want toen de wereld weer in beweging kwam, was deze logica de enige uitweg…
Na de uitspraak van de neuroloog reageerde ik verrassend kalm. Ik luisterde naar zijn uitleg, liet alles over me heen komen. Er was nog geen zekerheid, maar ook uitsluitsel van deze diagnose zou deze week sowieso niet meer geboden kunnen worden. “De kans is dus reëel?” – “De kans is groot.” De dokter legde uit dat hij ook graag een hersenscan zou nemen om te kijken of er daar ook zichtbare letsels waren. Die scan zou één van volgende dagen nog plaatsvinden en zou meer, of net minder, duidelijkheid en zekerheid kunnen brengen. Waarop de vriendelijke verpleger werd opgeroepen om me terug naar kamer 458 te brengen. Wat er onderweg door me heen ging, weet ik niet meer. Ik herinner me dat de verpleger, net als tijdens de andere rolstoelritjes, een praatje maakte over koetjes en kalfjes. Maar zet me nu alle koeien en kalveren op een rij, ik haal die van dat gesprek er niet meer tussen uit! Mijn gedachten waren overal en nergens tegelijk. Terug op kamer 458 kon ik eindelijk (het was ondertussen 10.15u) aan mijn ontbijt beginnen, ook in gedachten verzonken. Geen negatieve, geen positieve, gewoon… gedachten. Tot het tot me doordrong dat ik dit nieuws aan de verloofde en mijn familie zou moeten vertellen. Wat nog restte van de voormiddag, besteedde ik dus aan het bedenken hoe ik dit zou moeten zeggen zonder verdriet te veroorzaken. Het werd me al snel duidelijk dat dit niet zou lukken…
Net als elke middag ging de telefoon wanneer het dienblad met het middageten op tafel werd gezet. De verloofde, op wandel met het hondje, meldde zich elke middag even om te checken hoe het met me ging. Ik stond voor de torenhoge berg met helemaal bovenaan de uitspraak van de neuroloog, en besloot om meteen een spurtje te wagen naar de top. In enkele woorden was het eruit: de dokter vermoedt MS. Achteraf bekeken stel ik me grammaticale vragen bij de opbouw van deze zin, maar op dat moment was het de beste samenvatting die ik kon uitbrengen aan de telefoon. De verloofde werd even stil. “Dat was ook al bij me opgekomen.” Het moet hier wel even gezegd worden dat de verloofde zelf de nodige medische achtergrond heeft, en voor zijn beroep wel eens in contact komt met MS-patiënten. Hij had zelf dus al een aantal puzzelstukjes in elkaar gepast, maar schrok toch even wanneer het luidop werd gezegd. Ik vertelde hem nog kort welke tests er verder nog gepland stonden de volgende dagen, en liet hem dan alleen met zijn gedachten en het hondje.
Na het middageten kwam de schoonzus op bezoek. Ik deed m’n spurtje opnieuw. Stilte. Haar stelde ik gerust door te zeggen dat er nog geen definitieve diagnose was, slechts een vermoeden. Dat gaf de boodschap toch een ietwat positief tintje. Achteraf bekeken niet meteen de juiste keuze, want hierdoor gaf ik ook weer hoop. Dat de dokter de kans als “groot” inschatte, vermeldde ik niet. Ik wilde niet dat iemand zich zorgen zou maken over mij of wat er met mij aan de hand zou kunnen zijn. Pas wanneer de mama arriveerde, kon ik mezelf ertoe brengen de berg rustig te beklimmen. En door dit rustig te doen, kreeg ik zelf ook meer inzicht in wat de dokter had gezegd. Ook de mama had zich hier aan verwacht, sinds een tijdje kan ze goed met de moderne media overweg en dus had ze ook al het nodige opzoekwerk verricht. Wat volgde was een reeks telefoontjes om de familie op de hoogte te brengen. Ik vond het fijn dat de mama de berg nog een paar keer in mijn plaats wou beklimmen, dat gaf mij de tijd om het even te laten doordringen. Want weet je, ik wist het van zodra de dokter het had gezegd, maar ik wíst het pas echt nadat ik het zelf een paar keer had verteld. Tot mijn eigen verbazing (toch als ik het nu bekijk) dacht ik er heel nuchter en rationeel over na. Ik besloot heel snel om niet te gaan denken in termen van “ik kan misschien niet meer …”, maar omgekeerd. Ik wist nog niet zo heel veel over MS, maar wel genoeg om meteen in te zien dat een leven met MS mogelijk is, leefbaar is. Ik denk dat dat inzicht, dat besluit, genoeg was voor mij om ervoor te kiezen optimistisch te zijn. Nee, “kiezen” is niet het woord dat hier past. Kiezen doe je bewust. Als je kiest, zeg je “ik ga optimistisch zijn”, en ik kan me niet herinneren dat die zin door mijn gedachten is gegaan op eender welk moment sinds het stilstaan van de wereld. Ik koos niet voor het optimisme, het overkwam me…
Sinds het optimisme me was overkomen, beklom ik de berg elke keer weer een beetje vlotter. Geen spurtjes meer, maar rustige wandelingen naar de top. Zonder te vergeten af en toe eens uit te rusten en te genieten van het uitzicht, want uiteindelijk was dit alles niet uitzichtloos. Eenmaal de top bereikt, kon ik telkens opgelucht ademhalen. Het werd me echter al snel duidelijk dat diegenen die met me mee waren gewandeld, eenmaal ze het nieuws hadden gehoord, moeite hadden met de afdaling. Elke keer veroorzaakte dit ongerustheid, bezorgdheid, verdriet. Logisch natuurlijk, zelf zou ik ook zo reageren. Ik werd bang, bang dat dit verdriet zich als een lawine van deze hoge berg zou storten, en ervoor zou zorgen dat iedereen rondom mij geneigd zou zijn het pessimisme te kiezen. Tegelijk werden de verloofde, de mama, en de rest van de familie bang dat ik me op het moment dat ze er waren gewoon sterk hield, dat mijn “lawine” van verdriet nog zou komen…
Gelukkig was het optimisme sterker dan alle negatieve gedachten die bij me aanklopten. Want natuurlijk, die negatieve gedachten doken wel eens op. En ik weet niet wat ik heb gedaan, ik weet niet hoe ik het heb gedaan, maar ik ben op één of andere manier in dat optimisme blijven geloven. En dat voelt goed.
Op dit moment ben ik al kleine week thuis, en het optimisme dat me is overkomen is er nog steeds. Het heeft me ervan overtuigd dat, hoewel het niet altijd de gemakkelijkste keuze is, het toch de moeite waard is om voor te kiezen. Ook de verloofde, de mama en de rest van de familie hebben er ondertussen voor gekozen. En ik zie dat het ook voor hen goed voelt.
Choose to be optimistic. It feels better.